Begin september beleefde podotherapeut Leonie Rosien een moment waar ze jaren naartoe had gewerkt. Ze verdedigde haar proefschrift aan de Rijksuniversiteit Groningen en werd daarmee de tweede podotherapeut in Nederland die promoveerde.
Een mijlpaal, niet alleen voor haarzelf, maar ook voor haar vakgebied. Haar onderzoek levert niet alleen nieuwe behandelmethoden op. Het laat ook zien hoe vroegtijdige zorg amputaties kan voorkomen.
Ze lacht: “Ik ben echt een vreemde eend in de bijt, de meeste podotherapeuten promoveren niet, en al helemaal niet zonder master. Maar mijn begeleiders zagen dat het kon. En ik dacht zelf: er moet wetenschappelijk onderzoek binnen de podotherapie komen.”
“Er blijft zoveel onbeantwoord, terwijl verzekeraars wél om bewijs vragen. Als die onderbouwing ontbreekt, verdwijnt een behandeling uit het pakket. Dan kun je wachten tot iemand anders dat onderzoekt, maar dat gebeurt niet. Dus besloot ik: dan doe ik het zelf.”
![]()
Rosien begon haar onderzoek in de spreekkamer, bij iets wat onschuldig lijkt: de schimmelnagel. Voor mensen met diabetes vaak het begin van serieuze complicaties.
“Nagels worden dik en brokkelig, er ontstaan vaak wonden onder, vertelt ze: “Tabletten werken, maar zijn zwaar voor lever en nieren. En die organen hebben mensen met diabetes vaak al hard nodig. Toen de laser werd gepresenteerd als dé oplossing, wilde ik weten: klopt dat wel?”
Ze zette een gerandomiseerde trial op met 65 patiënten met hoog risico: diabetes, vaatlijden, neuropathie. De helft kreeg laser, de helft placebo. De uitkomst was verrassend: de placebogroep deed het beter.
“Dat terwijl patiënten vaak honderden euro’s uitgeven aan deze behandeling die buiten het basispakket valt. Dan moet je eerlijk kunnen zeggen: dit werkt niet.”
![]()
Ook bij ingegroeide teennagels kwam de promovenda tot een verrassende conclusie. Vaak wordt de helft van de nagel operatief verwijderd, inclusief een deel van de wortel. Dat gebeurt onder verdoving en met bloedleegte. Maar bij mensen met vaatproblemen is dat vragen om moeilijkheden.
Je zet een bandje om een teen die al te weinig bloed krijgt en hoopt dat het goed komt. Rosien: “Wij zagen op de poli hoe vaak dat niet kon. En toch moest die nagel eruit, anders zouden de wonden alleen maar groter worden.”
Samen met haar team ontwikkelde ze een alternatief: een behandeling zonder verdoving en zonder bloedleegte. “Dat klinkt heftig, maar patiënten verdragen het opvallend goed. We volgden 88 mensen een jaar lang. Bij ruim 90 procent zagen we genezing, slechts drie moesten alsnog naar de chirurg. Voor deze groep scheelt dat veel: minder risico, minder ingrepen, sneller herstel.”
![]()
Gaandeweg verschoof haar blik naar het grotere geheel. Eerst keek ze naar haar eigen regio, Zwolle, waar de diabetische voetzorg al ruim twintig jaar in een keten wordt aangeboden, met praktijkondersteuner, pedicure, podotherapeut, wondexpertisecentrum en chirurg.
“Na twintig jaar wilden we weten: wat levert deze zorg op? We brachten de amputatiecijfers in kaart, en die bleken lager dan in de rest van Nederland.”
Daarmee was de volgende vraag geboren: hoe zit dat dan landelijk? Samen met collega’s koppelde Rosien de data van Vektis.
“Toen zagen we pas de impact: mensen met diabetes ondergaan zeventien keer zo vaak een amputatie als mensen zonder diabetes.
En wie eenmaal een amputatie achter de rug heeft, staat er slecht voor. Binnen zes jaar is bijna twee derde van deze mensen met diabetes overleden. Voor mensen met diabetes zonder amputatie ligt dat cijfer rond de 28 procent.
Ook bij mensen zonder diabetes die een amputatie ondergaan, is de prognose slecht: ruim de helft overlijdt binnen zes jaar. Een amputatie markeert dus een eindstadium, waarin het lichaam al veel schade heeft opgelopen.”
Die cijfers maken duidelijk hoe belangrijk vroege signalering is. Toch verloopt dat in de praktijk vaak moeizaam. “Huisartsen herkennen de ernst niet altijd, verwijzen laat of helemaal niet door. Terwijl wij als podotherapeuten juist getraind zijn om die signalen te zien.
Het is eigenlijk vreemd dat we niet rechtstreeks mogen verwijzen naar een voetenteam of chirurg. Nu zijn patiënten afhankelijk van een huisarts die soms denkt: het valt wel mee. Terwijl wij zien: dit gaat mis.”
Voor Rosien betekent de promotie erkenning, maar ook verantwoordelijkheid. “Artsen zeggen ineens: wat knap, je bent doctor geworden. Terwijl ik vorige week dezelfde was. Maar het maakt wel dat je serieuzer wordt genomen. Dat helpt de hele beroepsgroep.
Er zijn meer podotherapeuten met een promotietraject bezig. Hoe meer bewijs we leveren, hoe sterker we staan. Iedere amputatie is er één te veel. En de patiënt blijft voor mij het vertrekpunt. Het gaat erom dat iemand kan blijven lopen. Dat iemand zijn voeten kan gebruiken en mobiel blijft. Dáár doe je het voor.”
Lees ook de andere artikelen uit de nieuwsbrief van november 2025:
Vetten, vocht en cellen voorspellen risico op diabetische voet
Slimme software voorspelt wondherstel